Onze Zeilgarderobe
Toen we het schip kochten, was één ding duidelijk: de zeilen die erbij zaten waren op. Er was een verticaal doorgelat grootzeil en een 130% genua. Niet echt de combinatie waarmee we onze ambities konden waarmaken.
Uitgangspunten
Natuurlijk willen we lekker kunnen zeilen, maar bovenal veilig. We varen met twee kinderen en willen bij zwaarder weer niet op het dek zijn om zeilwissels te doen of te reven. Daarnaast willen we ook graag met weinig wind kunnen zeilen, zonder dat we onszelf zitten op te vreten omdat het niet opschiet. We zijn niet mega ervaren. Een goede relatie met de zeilmaker(s) is en was daarom voor ons ook van belang. We willen bijleren, ook als de zeilen eenmaal geleverd zijn. Dat is in onze ogen hoe een zeilmaker waarde kan toevoegen.
Veel zeilmakers meten in en laten het zeil ergens anders (ver weg of dichtbij) maken. De materialen komen maar bij een paar fabrieken vandaan. Wij vinden dat helemaal prima, zolang het aansluit bij onze wensen, klopt en, als er iets mis is, het snel en niet in Verweggistan wordt opgelost. Dat is het voordeel van zowel Elvstrøm als Parasailor: ze verlenen wereldwijde service.
Configuratie
Uiteindelijk zijn we gaan varen met:
- Een rolgrootzeil zonder laten 140% rolreef-genua
- Een bijgeplaatste kotterstag (slutter) met daarop een rolreef high aspect / kotterfok
- Een Parasailor als lichtweerzeil
Grootzeil
- Elvstrøm Hydranet rolgrootzeil zonder latten
- 32,2m² – tri-optimaal gesneden
- reefmarkeringen – trimstrepen – UV-strook –
- geleverd door Zeilmakerij Sudersee
Dit zeil gaf uiteindelijk de meeste discussie. We hebben écht even moeten slikken om voor een ongelat grootzeil te gaan. Zeiltechnisch en op papier een “suboptimale” keuze. Het achterlijk wordt hol in plaats van bol gesneden en dat kost vierkante meters zeil. En dan ook nog bovenin…George van Sudersee bleef voet bij stuk houden. Geen latten voor ons. Want:
- Z-Spar rolmast en een relatief smalle sleuf voor de latten → Het laatste wat we willen, is dat het zeil klem komt te zitten in de mast.
- Het belangrijkste argument: zonder latten kunnen we op elke koers reven en ontreven.
Tijdens de reis hebben we regelmatig “Dank je wel, George!” geroepen. Op elke koers kunnen reven en ontreven is écht goud waard, zeker met veel swell en golfslag. De materiaalkeuze Hydranet was een lastige keuze. Hydranet is prijzig, maar het materiaal krijgt het zwaar te verduren, zowel qua wind als UV-straling. We zijn er blij mee, want het houdt zich prima. Beter dan de nieuwe Dacron-zeilen die we ooit voor ons vorige schip hebben gekocht. Maar of die vergelijking helemaal eerlijk is, weten we niet.
Rol-Genua
- Elvstrøm – Hydranet rolgenua
- 140% – 45,7m² – tri-optimaal gesneden
- reefmarkeringen – trimstrepen – Hydranet – schuim in voorlijk – softclew – UV-strook
Origineel worden deze schepen met een 140% genua geleverd. Het was dan ook vreemd dat er een kleinere bij zat. De genua is immers de motor van het schip. We hebben online rondgevraagd bij andere Beneteau Oceanis 43-bezitters en die waren allemaal tevreden met dit zeil. Ook George zag geen reden om kleiner te gaan, dus: 140% it is!
Wel hebben we nog een spiboom bijgeplaatst om de genua uit te kunnen bomen. Dit bleek tijdens de reis écht noodzakelijk. Tijdens de reis hebben we ook één boom gebroken—onze schuld. Wel fijn om dan te kunnen sparren met de zeilmaker en tuiger over wat er fout is gegaan, zodat dat niet nog een keer gebeurt.
Kotterfok
- Elvstrøm – Hydranet rolkotterfok
- 23,3m² – tri-optimaal gesneden
- reefmarkeringen – trimstrepen – schuim in voorlijk – softclew – UV-strook
We wilden graag een vaste kotterstag met rolreefzeil bijplaatsen, zodat we een extra voorzeil hebben voor zwaardere omstandigheden. We wilden geen afneembare stag: als de omstandigheden zich voordoen waarin we de kotterfok nodig hebben, willen we dat die á la minute beschikbaar is. Dit heeft ook een aantal nadelen:
- De genua moet worden ingerold bij gijpen en overstag gaan.
- Er moeten wegneembare bakstagen worden bijgeplaatst, die weer een extra handeling vragen.
Uiteindelijk hebben we gekozen voor een slutter: een stag met een aangrijppunt ruim tussen het boegbeslag en de top van de mast. Dit was voor ons de meest voordelige keuze, want:
- Het dekbeslag zat er al.
- De mast was hier al op voorbereid.
- Met een extra valstopper voor de reeflijn, een paar geleideblokken, een extra slede op de genuarails en een omloopblok waren we klaar.
Maar het grootste voordeel: Geen bakstagen nodig → past bij ons uitgangspunt om alles veilig vanuit de kuip te bedienen. Nadeel: De genua en de kotterfok kunnen niet gelijktijdig gevoerd worden. In theorie dan. In de praktijk doen we het soms bij lichter weer.
Parasailor
- 152 m2
- verstevigde uitvoering
- Geleverd door Bomarine
- Kleurstelling groen – zwart
We zochten een lichtweerzeil dat:
- binnen een zo groot mogelijke range te varen was
- met z’n tweeën te handelen
- het verschil maakt tussen motoren en niet motoren bij lichter weer
- en eenvoudig te gijpen.
Gave bijkomstigheid is dat een parasailor ook het rollen voor een groot deel uit het schip haalt. Tijdens de reis zijn we er achter gekomen dat dat een heel groot voordeel is. We zijn geen geweldige zeilers. Af en toe zelfs rond uit lomp en onwetend. Een bepaalde mate van vergevingsgezindheid in een zeil is dan toch ook wel heeeeel fijn. Politiek correct zou je zoiets dan een “veilig” zeil kunnen noemen.
Een genaker op een furler was complex met onze mast. Dat zou een extra boegspriet betekenen. Genaker met een chute zou kunnen: maar wij zijn niet heel blij met voor de wind met een genaker varen. “Even” gijpen is er niet bij.
Dat geld ook voor een spinakker. Mooi zeil, maar voor ons te complex. Een code 0 is voor ons eigenlijk een nog grote genua ( en die hebben we al): maar vinden wij niet ok voor voor de wind.
De theorie en de folders zijn natuurlijk prachtig. Maar kiezen voor een parasailor was voor ons geen eenvoudige keuze. Het is om het voorzichtig te zeggen: “niet de meest budgetvriendelijke keuze in de markt”. Maar ook niet de meest gebruikelijke.
Bojan van Bomarine, de importeur van Parasailor spraken we op de Hiswa. Wij denken namelijk dat dingen beginnen met een gesprek. We hebben open en bloot onze twijfels en ambitie neergelegd. Uiteindelijk eindigde dit met een proefvaart met een Parasailor. Ergens moet je namelijk de vertaalslag gaan maken van theorie naar praktijk. En heel flauw maar volgens ons wel van toepassing: als je een auto koopt maak je ook eerst een proefrit. En we waren écht wel geintereseerd.
Die proefvaart beviel gewoon goed. En dan komen we toch weer op het stukje toegevoegde waarde van de zeilmaker. Bojan heeft precies kunnen laten zien waarom dit voor ons een goede optie is.
Eerlijk: het is een zeil waar we handigheid in moesten krijgen ( en ondertussen gekregen hebben ). Ook waren er een paar kleine aanpassingen aan het beslag nodig:
- Een parasailor werkt met 2 schoten en 2 tacklines of Guys. Het is fijn als al die lijnen uiteindelijk op een lier in de kuip terecht komen. We hebben 2 geleideblokjes op het dek bijgeplaatst voor de tacklines. Daarmee was dat probleem opgelost. We konden de bestaande aangrijpingspunten voor de gen / spie blokken gebruiken voor de schoten.
- Het boegbeslag hebben we voorzien van een klein waterstagje. Een parasailor geeft ook een opwaardse kracht op het boegbeslag. En daar had mijnheer Beneteau even niet over nagedacht.
- Net als bij elk lichtweerzeil is het goed om alle sleutelringen, splitpennen en alle andere hoeken af te tapen. We hebben het (afkloppen) nog niet gehad: maar een scheur is natuurlijk wel zo gemaakt.
- We hebben de val extra verstevigd met een dynema mantel tegen schavielen. Ook hebben we een voorziening aangebracht boven in de mast waar de val de mast verlaat om schavielen tegen te gaan. Zeker voor de grotere oversteken een goed idee.
We zijn nu een tijdje onderweg en eigenlijk bevalt de parasailor rond uit goed. We hebben ‘m nog iets minder gebruikt als we zouden willen: maar dat heeft alles met het weer van dit vertrekseizoen. Het waait af en toe gewoon te hard. En dan gaan we niet het voordek op.
Op de stukken dat we ‘m wel gebruikt hebben was het fantastisch! En niet alleen voor de wind. Het bredere bereik is echt fijn. je kan bijna van halve wind tot halve wind.
Precies zoals we verwacht hadden: op stukken waar we anders de motor zouden starten, doen we dat nu niet. En dat je dat rollen niet meer hebt: da’s echt heel fijn. En geen lastig getrut met gijpen van een spiboom… Ook fijn in het “lozen” van de wind in vlagen. Misschien niet heel erg “wedstrijd”’ zeilen: maar dat zijn we ook niet aan het doen. We willen van A naar B met weinig gedoe.
Conclusie
Al met al zijn we supertevreden met onze zeilgarderobe. De mix bevalt goed en we zijn blij met beide zeilmakers. Zowel Bojan van Bomarine als George van Sudersee hebben we tijdens de reis kunnen raadplegen. Niet om incidenten op te lossen (die waren er nauwelijks), maar vooral voor tips om dingen beter en makkelijker te doen.
Achteraf (we zijn nu 180 dagen weg) kunnen we zeggen dat we de juiste keuzes hebben gemaakt—of in elk geval de keuzes die bij ons passen.